Manager

Toen ik een Open Dag van Hogeschool Leiden bezocht, wekte de opleiding Communicatie meteen mijn interesse. De docent die de voorlichting gaf, deed dat met zoveel enthousiasme en bevlogenheid dat ik de opleiding gelijk interessant vond. Uiteindelijk ben ik nog voor een tweede keer naar een Open Dag geweest en ook de docent die toen voorlichting gaf, vertelde met zo veel passie dat ik dacht: dit is gewoon echt iets voor mij. Ook achteraf gezien is dit zeker de goede keuze geweest. is praten? Ik heb een bijbaan in de horeca en ik krijg dan wel eens de vraag welke opleiding ik doe. Als ik Communicatie zeg, hoor ik altijd: nou dan ben je wel aan het goede adres, want je kan goed praten. Maar dat is natuurlijk niet waar de opleiding over gaat. Het is veel meer dan dat. Het gaat erom dat je bijvoorbeeld bedrijven positief onder de aandacht brengt of dat je ervoor zorgt dat een bepaalde campagne werkt. Er bestaat dus wel een bepaalde misvatting over wat de opleiding daadwerkelijk inhoudt. Verrassing van de opleiding. Ik was verbaasd over hoe breed communicatie is. Ik wist wel dat je communicatie op veel manieren kon opvatten, maar dat het zo divers was, wist ik niet. Zo heb je bijvoorbeeld marketingcommunicatie, maar ook interne communicatie en publiekscommunicatie. Ik vind het fijn dat de opleiding zo divers is, want ik ben graag flexibel. Ik wil dus meerdere dingen kunnen en als je breder bent opgeleid, weet je meer, heb je meer kennis en ben je dus ook op meerdere gebieden inzetbaar. Oriënteren en specificeren In het eerste jaar wist ik niet echt wat ik precies met de opleiding wilde doen. Maar hoe verder je in de opleiding komt, hoe meer je van alle kanten wat meekrijgt. Je hebt bijvoorbeeld vakken als Evenementorganisatie, Marketingcommunicatie, Interne communicatie en Positionering. In de eerste twee jaar krijg je een soort basisprogramma. Elke periode staat in het teken van een bepaald communicatiethema en alle vakken in zo’n periode hangen samen met dat thema. Dat is elke keer een kennisvak, een taalvak, het project en andere ondersteunende vakken. Je kunt in die eerste twee jaar heel goed uitvinden welke kant van het vakgebied jou ligt. Aan het eind van het tweede jaar kies je eigenlijk welke kant je op wilt, welke minoren daarbij passen, welke stages daarbij horen en wat voor afstudeeronderzoek je misschien wel zou willen doen. De eerste twee jaar ben je dus aan het oriënteren en de laatste twee jaar ben je gespecialiseerder bezig. Zo maak je, naast allerlei verschillende soorten vakken, in je tweede studiejaar bijvoorbeeld ook kennis met het organiseren van een evenement. Evenement voor MIVA. In jaar 2 hebben we een evenement georganiseerd voor de goededoelenorganisatie MIVA. We zamelden geld in voor een vluchtelingenkamp in Bangladesh. Er wonen daar 1 miljoen vluchtelingen. Tweedejaarsstudenten hebben met verschillende evenementen zoveel mogelijk geld ingezameld, zodat MIVA betere hulp kan bieden aan deze mensen. Ons evenement bestond uit vijf activiteiten. Zo was er een kookworkshop die bestond uit twee delen waarbij mensen thuis een goodiebag toegestuurd kregen. Ze konden aangeven of ze de ingrediënten wilden ontvangen tegen een vergoeding van vijf euro en dan konden ze thuis live meekoken. Er was ook een gastspreker die vertelde over Bangladesh, een up-coming zangeres en tot slot een veiling. Wij maakten zo min mogelijk kosten en wij probeerden zo veel mogelijk te verdienen. Vanwege corona was het hele evenement online. Dat was best een uitdaging, maar het is ons wel gelukt. Wij hebben met onze groep zo’n 1400 euro binnengehaald en in totaal zaten we met alle tweedejaars op ruim 20.000 euro voor MIVA.StageIn februari begin ik met mijn stage op de Marketing & Communicatieafdeling van de Euromast in Rotterdam. Dat is wel heel leuk natuurlijk. In het sollicitatiegesprek hebben we besproken dat ik vooral ga kijken hoe er meer naamsbekendheid kan komen. Dus mijn taak is ervoor te zorgen dat mensen positief of positiever gaan kijken naar de Euromast. Hoe ga ik de reputatie verbeteren? Ik ga een half jaar, vijf dagen per week, stagelopen. In die tijd werk ik dus gewoon mee in de organisatie, maar schrijf ik ook een bedrijfsanalyse. Zo leer je het bedrijf door en door kennen.

Studiekeuze Waarom ik voor de opleiding Communicatie heb gekozen? Ik denk dat dat een heel vaak gegeven antwoord is: omdat communicatie een breed vakgebied is. Je kan er ontzettend veel kanten mee op. Ik heb het altijd al leuk gevonden om creatief met taal bezig te zijn. Deze opleiding leek mij de juiste keuze en ik besloot tijdens het volgen van de studie wel uit te vogelen wat ik er dan precies mee wilde doen. Inhoud en vakken. Je krijgt van alles wat tijdens deze studie. In het vak Copywriting leer je creatief schrijven in marketingtaal. Je krijgt ook Taalschrijfvaardigheden waar je onder andere blogs leert schrijven. Bij Journalistiek. Schrijven krijg je ervaring in het schrijven van artikelen en leer je om mensen te interviewen. Daarnaast doe je ook onderzoek waardoor je bekender wordt met verschillende soorten onderzoek. Zelf vond ik Creatief Denken heel interessant. Voor dit vak haal je geen cijfer, maar ik denk dat dit vak wel echt iets toevoegt. Je ontwikkelt hier vaardigheden die je de rest van je leven gebruikt. Je leert natuurlijk niet alleen vaardigheden tijdens deze studie. Je krijgt ook kennisvakken. Die vakken vind ik zelf iets minder leuk, want ik verwerk theorie nou eenmaal wat makkelijker in de praktijk. Gelukkig is daar ook ruimte voor, maar je hebt die kennisvakken wel ook nodig en moet die ook volgen. Elke periode heb je één+ kennisvak. Bij deze vakken leer je onder andere theorieën, begrippen en modellen. Ik vind de verdeling tussen de kennis- en praktijkvakken heel goed. In sommige periodes is het een beetje anders, maar in principe heb je per periode maar één+ kennistentamen. Voor de andere vakken moet je dingen inleveren zoals rapporten, adviezen, projecten, interviews en schrijfwerk. De kennis die je opdoet tijdens de kennisvakken pas je toe en zo zie je de kennis gelijk terug in de praktijk. Taal staat centraal. Voordat je aan de opleiding begint maak je een taaltoets. Deze toets heeft geen gevolgen voor jezelf of je toelating tot de opleiding. Je maakt de toets, zodat de docenten kunnen zien wat jouw taalniveau is. Vervolgens krijg je gelijk in de eerste periode het vak Taalbasisvaardigheden. Je leert daar theorie van een laag tot hoog niveau. Het is heel fijn als je een goede basiskennis hebt, maar je hoeft niet direct heel goed in Nederlands te zijn. Er worden je handige trucjes aangeleerd.Ik denk dat deze opleiding goed past bij veel verschillende toekomstig studenten, maar het is wel belangrijk dat je van taal houdt. Niet per se van taalregeltjes, maar van taal op allerlei verschillende manieren. Bijvoorbeeld spreektaal of taal door beelden. Beeldtaal. Toevallig heb ik nu het vak Beeldtaal. Dat vak gaat over de manier waarop je een boodschap kunt overbrengen via beeld. Wat onthouden mensen meestal? Aan welke, soms ongeschreven, regels moet je je houden? Het wordt ook vaak gezegd dat beeld sterker is dan woorden, omdat beeld beter bij mensen blijft hangen. Bij dit vak leer je dus om een sterk visueel concept op te bouwen wat blijft hangen en wat begrijpelijk is. Het is heel grappig dat ik hierdoor nu heel anders naar dingen kijk.Ik had bijvoorbeeld nooit echt gekeken naar het logo van Toblerone, totdat ik het moest googelen voor een huiswerkopdracht. Ik zag dat er in de berg van dat logo ook een beer is verstopt. Je gaat dan ineens alle wetten zien die je bij Beeldtaal worden aangeleerd. De NS gebruikt ook veel beeldtaal. Je hoeft je bij de NS nooit af te vragen op welk station je bent. Er is altijd een duidelijk bord in de trein waarop dat staat en waar je kunt lezen wat het volgende station is. Ik had daar nooit over nagedacht, maar ik snap nu dat het te maken heeft met onder andere de achtergrondkleuren. Er zijn dingen waar je nooit over nadenkt, maar bij alles wat je om je heen ziet heeft iemand dat wel voor jou gedaan.

Mijn naam is Quindlenne en ik ben 21 jaar oud. Naast mijn opleiding Communicatie heb ik meerdere baantjes, hobby’s én vrienden die ik natuurlijk wil zien. Zo zit ik in de pr-Commissie en het studentenpanel, rijd ik paard, werk ik op de stal, heb ik een eigen fotografiebedrijfje, ben ik communicatieadviseur bij Elle Office Support en werk ik als entertainer op campings. Ik heb het druk en ik doe erg veel, maar ik vind het heel leuk. De juiste balans vinden. Gemiddeld heb je tussen de 16 en 20 contacturen per week. De ene periode is dat natuurlijk wat meer dan de andere. Ook verschilt het per jeerlaar. Zo heb je in het derde jaar stage en minoren en elke minor heeft andere contacturen. Het is best te doen om buiten school om je eigen dingen te hebben en een sociaal leven te leiden. Ik zie dat ook bij mijn klasgenoten. Tijdens de tentamenweken beperk ik mijn andere activiteiten even, want dan komt alles in één keer en daar moet je natuurlijk wel tijd voor vrijmaken. Ik vind het niet leuk om te zeggen, maar ik raad het echt aan om gewoon netjes je huiswerk te doen. Het scheelt heel veel voor je toets en ook voor je lessen. Als je je huiswerk gemaakt hebt en je hebt daar een werkcollege over, snap je beter waar het over gaat. Hogeschool Leiden is wat huiswerk betreft ook een fijne school. Wij hebben namelijk campusuren. Dat zijn uren die je doorbrengt in de aula, zodat je met groepjes kunt werken aan opdrachten. In een werkcollege krijg je dan bijvoorbeeld uitleg en daarna krijg je anderhalf uur de tijd om de opdrachten te maken. Hierna heb je dan vaak nog een half uur waarin de opdrachten besproken worden. Als je thuiskomt hoef je dus niet zoveel meer te doen, want je hebt al heel veel huiswerk af. Het is heel fijn dat de school die mogelijkheid biedt. Stages. In het derde studiejaar loop je een half jaar stage. Je mag zelf kiezen of je dat in het eerste of tweede half jaar doet. Je zoekt zelfstandig een stage, maar je wordt daarin door de hogeschool genoeg ondersteund. Er zijn heel veel sites met vacatures waar je op kunt zoeken. De derdejaarsstage is een meewerkstage en het is dan de bedoeling dat je meewerkt, ervaring opdoet en sfeer proeft. Tijdens je stage maak je een soort mini-scriptie: een bedrijfsanalyse. Dat is niet heel makkelijk, maar je bent daardoor wel goed voorbereid op het vierde jaar. Je hebt al een beetje kunnen leren hoe je je tijd kan verdelen tussen stagewerk  én je hebt leren durven vragen om informatie. BNNVARA. Ik heb stagegelopen bij BNNVARA. Mijn begeleider was verantwoordelijk voor het programma Make Holland Great Again. In mijn derde stageweek ging zij op vakantie, waardoor ik dat programma anderhalve week voor mijn rekening mocht nemen. Mijn grootste project voor dat programma is iets waar ik heel trots op ben. Op Wereld Hart Dag hebben wij geprobeerd om zoveel mogelijk mensen een diploma Levensreddend handelen te laten halen. We hebben in samenwerking met het Oranje Kruis ongeveer 2800 gratis cursussen aangeboden en iedereen die dat wilde kon zich op 2 plekken per provincie aanmelden. Ik heb toen meegedacht over de manier waarop de organisatie dit onder de aandacht kon brengen, over de sociale media en ik heb sociale mediacampagnes mede opgezet. Dat is dus veel meer dan alleen een berichtje online zetten. Je moet je richten op locaties en mensen. Je moet precies weten waar welke doelgroep op welke tijd wat doet. Dus hoe laat zijn de 30-jarigen actief op een vrijdagmiddag in Drenthe? Dat is natuurlijk superinteressant. Vierdejaarsstage. Ik ga in februari afstuderen bij een transport- en logistiekbedrijf in Tiel. Ik word daar verantwoordelijk voor het professionaliseren van de interne en externe communicatie, want daar is nog niemand voor. Tijdens mijn sollicitatiegesprek kwam ik erachter dat er geen gezamenlijke agenda en geen werkmail is. Iedereen gebruikt privé e-mailadressen, waardoor de organisatie planningen vaak via whatsapp stuurt. Dat is natuurlijk heel foutgevoelig en ik ga proberen hier een oplossing voor te bedenken.